13. KANONNEERBOTEN
Vóór 1935 werden enkele dezer schepen anders geclassificeerd. De oorspronkelijke soortnaam, voor zover nodig, is achter de betreffende schepen aangegeven. |
FLORES
Vóór 1935 als Flottieljevaartuig geclassificeerd. Op 13 januari 1925 bij de Maatschappij “Fijenoord” te Rotterdam op stapel gezet en op 15 augustus daaraanvolgend te water gelaten. Afmetingen: 75,60 (o.a.) x 11,50 x 3,60 m. Waterverplaatsing: 1457 ton. Machines: 2 Triple-expansie machines; 4 Yarrow ketels. Machinevermogen: 2000 IPK. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 15 mijl. Bewapening: 3 kanons van 15 cm, 1 kanon van 7,5 cm en 4 mitrailleurs van 12,7 mm. Later gewijzigd in: 3 kanons van 15 cm, 2 mitrailleurs van 40 mm en 4 mitrailleurs van 20 mm. Pantser: dek 25-50 mm, brug 50 mm, artillerie 14-40-80 mm en munitiekokers 25 mm. Bemanning: 136. In dienst gesteld op 25 maart 1926. Op 15 juni 1926 met Hr.Ms. Soemba van Nieuwediep via Sevilla, Tunis, Port-Said, Aden en Colombo naar Oost-Indië en op 10 augustus daaraanvolgend te Sabang. Op 5 maart 1927 met Hr.Ms. Soemba van Oost-Indië naar Singapore en Saigon, van welke reis op 28 maart daaraanvolgend te Tandjong Priok terug. Van 24 oktober tot 29 november 1930 het Gouvernementsschip ZUIDERKRUIS begeleid op een reis naar Haiphong, Saigon en Bangkok. Op 2 oktober 1937 bracht Hr.Ms. Flores een Japans vissersvaartuig op, dat weigerde voor onderzoek te stoppen. Na herhaalde waarschuwingsschoten is op het vaartuig gevuurd, waardoor twee personen werden gedood. Van 11 januari tot 25 maart 1938 maakte het schip een reis van Oost-Indië naar Australië in verband met het 150-jarig bestaan van het Gemenebest Australië. Op 12 december 1939 vertrok Hr.Ms. Flores van Oost-Indië via Suez naar Nederland en kwam op 3 februari 1940 te Nieuwediep binnen. Op 15 mei 1940 is het schip van Vlissingen naar Engeland uitgeweken en aanvankelijk ingedeeld bij de bewaking van de Theemsmondingen. Later verrichtte het schip konvooidiensten in de Britse wateren. In juni 1943 vertrok Hr.Ms. Flores naar de Middellandse Zee en onderscheidde zich verschillende malen bij de beschieting van landdoelen op Sicilië en op het vasteland van Italië. In februari 1944 naar Engeland terug. De FLORES nam deel aan de invasie van Normandië tot augustus 1944 en nam hierbij ook deel aan beschietingen. Na de bevrijding keerde het schip naar Nederland terug en werd onderscheiden met de Koninklijke vermelding bij Dagorder. Kenteken N 1. In 1951 werd de soortnaam van het schip gewijzigd in FREGAT. Kenteken F 803. In 1955 werd Hr.Ms. Flores uit de sterkte afgevoerd en op 1 mei te Vlissingen als logementsschip in diensgesteld. Kenteken A 877. In 1960 na uitdienststelling van fregat Hr.Ms. Van Speyk werd Hr.Ms. Flores herdoopt in VAN SPEYK. In 1963 te Vlissingen vervangen door het wachtschip HEEMSKERCK (ex flottielje leider) en opgelegd bij de dienst conservatie jagers en fregatten te Den Helder.
SOEMBA
Vóór 1935 als Flottieljevaartuig geclassificeerd. Op 24 december 1924 bij de N.V. Wilton’s Machinefabriek en Scheepswerf te Rotterdam op stapel gezet en 24 augustus 1925 te water gelaten. Afmetingen: 75,60 (o.a.) x 11,50 x 3,60 m. Waterverplaatsing: 1457 ton. Machinevermogen: 2000 IPK. 2 triple-expansie machines; 4 Yarrow ketels. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 15 mijl. Bewapening: 2 kanons van 15 cm, 1 kanon van 7,5 cm en 4 mitrailleurs van 12,7 mm. Als Radarinstructieschip eerst onbewapend, later: 2 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 20 mm. Pantser: dek 25-50 mm, brug 50 mm, artillerie 15-40-80 mm en munitiekokers 25 mm. Bemanning: 136. In dienst gesteld op 12 april 1926. Op 15 juni 1926 met Hr.Ms. Flores van Nieuwediep via Sevilla, Tunis, Port- Said, Aden en Colombo naar Oost-Indië en op10 augustus daaraanvolgend te Sabang. Op5maart 1927 met Hr.Ms. Flores van Oost-Indië naar Singapore en Saigon, van welke reis op 28 maart daaraanvolgend te Tandjong Priok terug. Hr.Ms. Soemba bevond zich bij het uitbreken van de oorlog in 1940 in Oost-Indië en nam in januari 1942 deel aan de bewakingsdienst van Straat Soenda. Op 1 maart 1942 uit de Veeckensbaai naar Colombo vertrokken en aldaar ingedeeld bij de “Hormuz Force” aan de ingang van de Perzische Golf. Eind 1942 werd deelgenomen aan konvooidiensten in de Indische Oceaan. Eind april 1943 naar de Middellandse Zee vertrokken, waar eerst konvooidiensten werden verricht.
In juli 1943 werd deelgenomen aan de ondersteuningsactie op Sicilië. Op 5 augustus daaraanvolgend nabij Fuzillo kreeg Hr.Ms. Soemba een voltreffer op de brug van een vijandelijke kustbatterij, waarbij de commandant KLTZ J.J.M.. Sterkenburg sneuvelde. Tot januari 1944 werden escortediensten in de Middellandse Zee verricht, daarna werd deelgenomen aan ondersteuningsacties nabij Anzio, en later ook bij Formia. Het schip keerde eind maart 1944 in Engeland terug. Op 6 juni 1944 werd deelgenomen aan de bombardementen voorafgaande en tijdens de landingen in de Amerikaanse sector in Normandië. Einde juni 1944 ook ingezet in de Britse sector tot de eerste helft van juli. Medio juli naar Engeland terug, daar de batterij was “uitgeschoten”. In 1945/46 in Engeland ingericht tot Radarinstructieschip. Kenteken HX 1. Onbewapend: doch later kreeg het schip 2 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 20 mm. Hr.Ms. Soemba werd onderscheiden met de Koninklijke Vermelding bij Dagorder. In 1950/51 verbouwd tot vliegtuigdirectieschip. Kenteken A 891. Op 1 januari 1956 uit de sterkte afgevoerd en logementsschip te Den Helder en later als logementsschip te Den Oever ten behoeve van het duikbedrijf.
JOHAN MAURITS VAN NASSAU
Vóór 1935 als Flottieljevaartuig aangemerkt. Op 13 juli 1931 bij de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen op stapel gezet en op 20 augustus 1932 te water gelaten. Afmetingen: 78,65 (o.a.) x 11,60 x 3,75 m. Waterverplaatsing: 1537 ton. Machinevermogen: 2100 IPK. 2 triple-expansie. Machines; 4 Yarrow ketels. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 15 mijl. Bewapening: 3 kanons van 15 cm, 2 mitrailleurs van 40 mm en 4 mitrailleurs van 12,7 mm. Pantser: dekken en brug 25 mm. Bemanning: 127. Het schip was speciaal gebouwd voor de dienst in West-Indië. In dienst gesteld op 5 april 1933. Op 29 juni 1933 vertrok Hr.Ms. Johan Maurits Van Nassau naar Curaçao via Paramaribo en kwam op 7 augustus daaraanvolgend te Curaçao aan. Van 18 tot 20 december 1933 werd een reis van Willemstad naar een tweetal Venezolaanse havens gemaakt. Van 5 tot 16 november 1934 maakt het schip een reis van Curaçao naar Colon. Van 17 tot 28 november 1936 werd een reis van Curaçao naar Jamaica en terug gemaakt. Van 7 tot 25 mei 1937 vertrok het schip van Curaçao via Ponta Delgada naar de Spaanse wateren voor het verrichten van kovooidiensten tijdens de burgeroorlog aldaar. Op 21 januari 1938 na een afwezigheid van vier en een half jaar, waarvan vier jaar in de West-Indische en een half jaar in de Spaanse wateren, te Nieuwediep teruggekeerd. Op 12 januari 1939 vertrok het schip van Nieuwediep naar Curaçao en liep op 8 februari daaraanvolgend aldaar binnen. Van 20 tot 25 februari 1939 maakte het schip een reis van Curaçao naar La Guayra en terug. Op 8 november 1939 van Curaçao naar Nederland vertrokken, na te zijn afgelost door Hr.Ms. Van Kinsbergen, waarna het op 29 november in Nederland aankwam. Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau bevond zich op 10 mei 1940 te Vlissingen. Het schip nam op 13 mei 1940 met succes Duitse batterijen bij Kornwerderzand onder vuur en bracht deze tot zwijgen. Op 14 mei 1940 bij het uitwijken naar Engeland op de Noordzee, op 5 mijl ten Westen van Callantsoog door een Duitse luchtaanval tot zinken gebracht. De bemanning werd voor een deel door andere naar Engeland uitwijkende schepen overgenomen, terwijl een ander deel door de reddingboot Dorus Rijkers te Den Helder werd binnengebracht.
VAN KINSBERGEN
Tot mei 1940 als Artilerie-instructieschip aangemaakt. Op 11 september 1937 bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te Rotterdam op stapel gezet en op 5 januari 1939 te water gelaten. Machines en ketels van Stork te Hengelo. Afmetingen: 100,20/103,00 x 11,60 x 3,40 m. Waterverplaatsing: 1760 ton. Machinevermogen: 17000 APK. Stork turbines. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 25.5 mijl. Bewapening: 4 kanons van 12 cm. 2 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 12,7 mm. Gedurende een onderhoudsperiode in Curaçao in 1940 werden 2 dieptebomrekken aangebracht, terwijl in 1941 te Norfolk (USA) de bewapening werd uitgebreid met 4 mitrailleurs van 20 mm, 4 dieptebommortieren en 2 Mousetraps. De mitrailleurs van 12,7 m werden verwijderd. Tevens werd een radar en sonar-installatie aangebracht. Na de 2de wereldoorlog werd de bewapening teruggebracht tot: 2 kanons van 10,5 cm, 3 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 20 mm. Bemanning: 220. Hr.Ms. Van Kinsbergen was gebouwd ter vervanging van het Artillerie-instructieschip Hr.Ms. Gelderland. In dienst gesteld op 21 augustus 1939. Op 2 oktober 1939 vertrok Hr.Ms. Van Kinsbergen met onderzeeboten Hr.Ms. O 15 en O 20 van Den Helder naar West-Indië en kwam op 31 oktober daaraanvolgend aldaar aan. Het schip bevond zich in mei 1940 te Curaçao, waar personeel van de landingsdivisie erin slaagde 8 Duitse schepen in beslag te nemen.
Hr.Ms. VAN KINSBERGEN opereerde gedurende de gehele oorlog vrijwel uitsluitend in de Caribische Zee en West-Atlantische Oceaan en bracht daarbij 4 koopvaardijschepen met 57.158 brt op, onderschepte 1 Duits schip de Rhein (6031 brt) in Straat Florida, samen met Britse kruisers en de hulpkruiser Circassia maakte het zoekslagen op de kust van Zuid Amerika tegen de Graf Spee. In 1942 maakte het een reis naar Liverpool ter aflossing van de bemanning waarvan het met een detachement van de Prinses Irene Brigade via Paramaribo terugkeerde naar de West-Indische wateren waar het als escort commander dienst deed in de convooien tussen Trinidad en Guantanamo. In 1945 keerde Hr.Ms. Van Kinsbergen terug naar Engeland. Op 31 augustus 1945 kwam het schip te Rotterdam en vertrok op 14 oktober daaraanvolgend naar Oost-Indië. In oktober 1946 in Nederland terug en werd toen voornamelijk g8bruikt als vormingsschip voor adelborsten en het schip maakte als zodanig een reis naar Oslo. Hr.Ms. Van Kinsbergen werd na de bevrijding als Kanonneerboot geclassificeerd (kenteken N 3) en later als Fregat met kenteken F 804. Op 12 februari 1952 vertrok het schip van Den Helder via Malta, Suez, Aden, Colombo en Singapore naar Sorong (Nieuw-Guinea), alwaar op 21 maart daaraanvolgend werd aangekomen. Van 4 februari tot 25 maart 1953 werd een reis gemaakt van Hollandia via Melbourne naar Sydney en terug. Van 1 maart tot 8 juli 1954 van Sorong naar Sydney, Hobart, Burnie, Willianstown, Sydney, Brisbane en 8 juli daaraanvolgend te Sorong terug. Op 20 december 1954 na te zijn afgelost door Hr.Ms. Piet Hein van Sorong via Singapore, Aden, Piraeus en Lissabon naar Nederland en aldaar op 4 februari 1955 aangekomen. Op 1 november 1955 werd Hr.Ms. Van Kinsbergen uit de sterkte afgevoerd en ingericht tot logementsschip (A 876) en als zodanig te Vlissingen gebaseerd. Later werd het ingericht voor visueel en practisch onderricht bij de Technische Opleidingen Koninklijke Marine (TOKM) te Amsterdam.
K 1
Begroting 1938. Op 3 augustus 1939 bij P. Smit Jr. te Rotterdam op stapel gezet en op 23 november 1940 te water gelaten. Afmetingen: 75,20/77,99 x 10,20 x 3,20 m. Waterverplaatsing: 1268 ton. Machinevermogen: 3500 APK. 2 enkelwerkende tweetakt 7 cylinder Smit-B & W dieselmotoren. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 18 mijl. Bewapening: 4 kanons van 12 cm in 2 dubbeltorens, 4 mitrailleurs van 40 mm en 4 mitrailleurs van 17,7 mm. Bemanning: 99. Op 14 mei 1940 was het schip te Rotterdam in aanbouw. Op last van de bezetter werd het schip voltooid en op 2 oktober 1941 bij de Duitse marine in dienst gesteld als K 1 Op 4 mei 1945 bij een geallieerde luchtaanval te Aarhus tot zinken gebracht, na reeds in de Flekkefjord (Noorwegen) door luchtaanvallen te zijn beschadigd.
K 2
Begroting 1938. In 1939 bij de werf “Gusto” te Schiedam op stapel gezet en op 28 juni 1941 te water gelaten. Afmetingen: 75,20/77,90x 10,20 x 3,20 m. Waterverplaatsing: 1268 ton. Machinevermogen: 3500 APK. 2 dieselmotoren. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 18 mijl. Bewapening: 4 kanons van 12 cm in 2 dubbeltorens, 4 mitrailleurs van 40 mm en 4 mitrailleurs van 12,7 mm. Bemanning: 99. Op 14 mei 1940 was het schip te Schiedam in aanbouw en in handen van de bezetter gevallen. Op diens last werd het schip voltooid en op 23 oktober 1942 bij de Duitse marine in dienst gesteld als K 2. Na de capitulatie van Duitsland in 1945 werd het vaartuig op de Noorse marinebasis Horten teruggevonden met zware schade aan het achterschip. Het werd naar Delfzijl gesleept en is daar in november 1945 gezonken. Op 26 juli 1946 gelicht en naar Den Helder gesleept voor onderzoek, doch het schip bleek onherstelbaar. In oktober 1947 voor sloop naar Vlaardingen verkocht.
VAN SPEYK
ex K 3
Begroting 1938. Op 23 juni 1939 bij P. Smit Jr. Te Rotterdam op stapel gezet en op 22 maart 1941 te water gelaten. Afmetingen: 75,20/77,90 x 10,20 x 3,20 m. Waterverplaatsing: 1268 ton. Machinevermogen: 2800 APK. 2 enkelw. 4-tact 6 cilinder Klöckner-Humboldt-Deutz dieselmotoren in plaats van met de B&W motoren. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 14 mijl. Bewapening: 4 kanons van 12 cm in 2 dubbeltorens, 2 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 20 mm. Bemanning: 106, later 156. Op 14 mei 1940 bevond het schip zich nog te Rotterdam in aanbouw en in handen van de bezetter gevallen. Op diens last werd het schip voltooid en op 1 februari 1942 bij de Duitse marine in dienst gesteld als K 3. Na de capitulatie van Duitsland in 1945 werd het vaartuig op de Noorse marinebasis Horten teruggevonden; naar Den Helder gesleept en op Rijkswerf aldaar hersteld. Op 18 juni 1946 in dienst gesteld van de Koninklijke marine als Hr.Ms. Van Speyk. Kenteken N 5.
Hr.Ms. Van Speyk vertrok op 7 februari 1947 van Amsterdam naar West-Indië en keerde in november 1948 weer in Nederland terug. Het schip deed afwisselend dienst als stationsschip in West-Indië en maakt van daaruit dan verschillende reizen, waarbij diverse havens werden aangedaan. In 1953 werd Hr.Ms. Van Speyk van 2 Sulzer-motoren voorzien, welke motoren afkomstig waren van de in 1949 afgevoerde onderzeeboot O 23. De snelheid van het schip werd door deze motoren van 14 tot 17,5 mijl opgevoerd. Het schip werd toen als fregat geclassificeerd. Kenteken F 805. Van 24 tot 27 april 1953 maakt het schip een reis naar Rosyth en terug. Op 24 juni 1953 van Den Helder naar Willemstad vertrokken via Ponta Delgada en op 14 juli daaraanvolgend te Curaçao. Van 16 tot 22 januari 1954 werd een reis gemaakt van Curaçao naar Port of Spain en terug. Van 8 juni tot 6 juli 1954 van Willemstad naar Guantanamo, Port au Prince, Ciudad Trujillo en terug naar Willemstad. Van 25 augustus tot 18 september 1954 maakt het schip een reis naar Curaçao naar Paramaribo, Bridgetown, Port Castries, Paramaribo en terug naar Curaçao. Van 8 tot 23 december 1954 van Willemstad naar Cartagena, Colon en terug naar Willemstad. Op 22 januari 1955 van Willemstad naar Nederland via Port of Spain (Trinidad) en Las Palmas en op 13 februari daaraanvolgend te Den Helder. Op 26 juni 1956 van Den Helder via Ponta Delgada, San Juan naar Curaçao en aldaar 18 juli daar aan volgend aangekomen. Van 2 tot 24 augustus 1956 maakt het schip een reis van Curaçao naar Bermuda, Ponta Delgada en terug naar Curaçao. Op 29 oktober 1956 van Curaçao naar Paramaribo, Wageningen, Georgetown en op 23 november daaraanvolgend te Curaçao terug. Van 15 tot 26 juli 1957 werd een reis gemaakt van Curaçao naar Guantanamo en terug gevaren. Van 27 mei tot 19 juli 1958 maakt het schip een reis van Curaçao naar Paramaribo, Port of Spain en terug. Van 1 oktober tot 18 oktober 1958 van Curaçao naar Kingston, Guantanamo, Port au Prince, San Juan en terug. Van 1 tot 18 juni 1959 maakte het schip een reis van Curaçao naar Suriname, Trinidad en terug. Op 31 juli 1959 van Curaçao vertrokken via Bermuda naar Nederland en op 19 augustus daar aan volgend te Nieuwediep binnengekomen. In 1960 werd Hr.Ms. Van Speyk uit de sterkte afgevoerd. Op 29 augustus 1960 voor sloop verkocht aan. W. Mantel te Amsterdam-N. voor ƒ212.345,-. Bij de uitdienststelling van Hr.Ms. Van Speyk werd de naam VAN SPEYK gegeven aan logementsschip Hr.Ms. Flores (zie bladzijde 112).
N.B. Bij de begroting voor 1939 waren nog 4 kanonneerboten van het type K 1 aangevraagd, waaraan op 10 mei 1940 van 2 stuks (K 4 en K 5) aan P. Smit Jr. te Rotterdam de bouw was opgedragen, waarmee echter toen nog geen begin was gemaakt. De beide andere (K 6 en K 7) waren op 10 mei 1940 nog niet gegund. De vier kanonneerboten (K 4 t/m K 7) zijn nimmer gebouwd.
Vóór 1935 als Flottieljevaartuig geclassificeerd. Op 13 januari 1925 bij de Maatschappij “Fijenoord” te Rotterdam op stapel gezet en op 15 augustus daaraanvolgend te water gelaten. Afmetingen: 75,60 (o.a.) x 11,50 x 3,60 m. Waterverplaatsing: 1457 ton. Machines: 2 Triple-expansie machines; 4 Yarrow ketels. Machinevermogen: 2000 IPK. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 15 mijl. Bewapening: 3 kanons van 15 cm, 1 kanon van 7,5 cm en 4 mitrailleurs van 12,7 mm. Later gewijzigd in: 3 kanons van 15 cm, 2 mitrailleurs van 40 mm en 4 mitrailleurs van 20 mm. Pantser: dek 25-50 mm, brug 50 mm, artillerie 14-40-80 mm en munitiekokers 25 mm. Bemanning: 136. In dienst gesteld op 25 maart 1926. Op 15 juni 1926 met Hr.Ms. Soemba van Nieuwediep via Sevilla, Tunis, Port-Said, Aden en Colombo naar Oost-Indië en op 10 augustus daaraanvolgend te Sabang. Op 5 maart 1927 met Hr.Ms. Soemba van Oost-Indië naar Singapore en Saigon, van welke reis op 28 maart daaraanvolgend te Tandjong Priok terug. Van 24 oktober tot 29 november 1930 het Gouvernementsschip ZUIDERKRUIS begeleid op een reis naar Haiphong, Saigon en Bangkok. Op 2 oktober 1937 bracht Hr.Ms. Flores een Japans vissersvaartuig op, dat weigerde voor onderzoek te stoppen. Na herhaalde waarschuwingsschoten is op het vaartuig gevuurd, waardoor twee personen werden gedood. Van 11 januari tot 25 maart 1938 maakte het schip een reis van Oost-Indië naar Australië in verband met het 150-jarig bestaan van het Gemenebest Australië. Op 12 december 1939 vertrok Hr.Ms. Flores van Oost-Indië via Suez naar Nederland en kwam op 3 februari 1940 te Nieuwediep binnen. Op 15 mei 1940 is het schip van Vlissingen naar Engeland uitgeweken en aanvankelijk ingedeeld bij de bewaking van de Theemsmondingen. Later verrichtte het schip konvooidiensten in de Britse wateren. In juni 1943 vertrok Hr.Ms. Flores naar de Middellandse Zee en onderscheidde zich verschillende malen bij de beschieting van landdoelen op Sicilië en op het vasteland van Italië. In februari 1944 naar Engeland terug. De FLORES nam deel aan de invasie van Normandië tot augustus 1944 en nam hierbij ook deel aan beschietingen. Na de bevrijding keerde het schip naar Nederland terug en werd onderscheiden met de Koninklijke vermelding bij Dagorder. Kenteken N 1. In 1951 werd de soortnaam van het schip gewijzigd in FREGAT. Kenteken F 803. In 1955 werd Hr.Ms. Flores uit de sterkte afgevoerd en op 1 mei te Vlissingen als logementsschip in diensgesteld. Kenteken A 877. In 1960 na uitdienststelling van fregat Hr.Ms. Van Speyk werd Hr.Ms. Flores herdoopt in VAN SPEYK. In 1963 te Vlissingen vervangen door het wachtschip HEEMSKERCK (ex flottielje leider) en opgelegd bij de dienst conservatie jagers en fregatten te Den Helder.
SOEMBA
Vóór 1935 als Flottieljevaartuig geclassificeerd. Op 24 december 1924 bij de N.V. Wilton’s Machinefabriek en Scheepswerf te Rotterdam op stapel gezet en 24 augustus 1925 te water gelaten. Afmetingen: 75,60 (o.a.) x 11,50 x 3,60 m. Waterverplaatsing: 1457 ton. Machinevermogen: 2000 IPK. 2 triple-expansie machines; 4 Yarrow ketels. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 15 mijl. Bewapening: 2 kanons van 15 cm, 1 kanon van 7,5 cm en 4 mitrailleurs van 12,7 mm. Als Radarinstructieschip eerst onbewapend, later: 2 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 20 mm. Pantser: dek 25-50 mm, brug 50 mm, artillerie 15-40-80 mm en munitiekokers 25 mm. Bemanning: 136. In dienst gesteld op 12 april 1926. Op 15 juni 1926 met Hr.Ms. Flores van Nieuwediep via Sevilla, Tunis, Port- Said, Aden en Colombo naar Oost-Indië en op10 augustus daaraanvolgend te Sabang. Op5maart 1927 met Hr.Ms. Flores van Oost-Indië naar Singapore en Saigon, van welke reis op 28 maart daaraanvolgend te Tandjong Priok terug. Hr.Ms. Soemba bevond zich bij het uitbreken van de oorlog in 1940 in Oost-Indië en nam in januari 1942 deel aan de bewakingsdienst van Straat Soenda. Op 1 maart 1942 uit de Veeckensbaai naar Colombo vertrokken en aldaar ingedeeld bij de “Hormuz Force” aan de ingang van de Perzische Golf. Eind 1942 werd deelgenomen aan konvooidiensten in de Indische Oceaan. Eind april 1943 naar de Middellandse Zee vertrokken, waar eerst konvooidiensten werden verricht.
In juli 1943 werd deelgenomen aan de ondersteuningsactie op Sicilië. Op 5 augustus daaraanvolgend nabij Fuzillo kreeg Hr.Ms. Soemba een voltreffer op de brug van een vijandelijke kustbatterij, waarbij de commandant KLTZ J.J.M.. Sterkenburg sneuvelde. Tot januari 1944 werden escortediensten in de Middellandse Zee verricht, daarna werd deelgenomen aan ondersteuningsacties nabij Anzio, en later ook bij Formia. Het schip keerde eind maart 1944 in Engeland terug. Op 6 juni 1944 werd deelgenomen aan de bombardementen voorafgaande en tijdens de landingen in de Amerikaanse sector in Normandië. Einde juni 1944 ook ingezet in de Britse sector tot de eerste helft van juli. Medio juli naar Engeland terug, daar de batterij was “uitgeschoten”. In 1945/46 in Engeland ingericht tot Radarinstructieschip. Kenteken HX 1. Onbewapend: doch later kreeg het schip 2 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 20 mm. Hr.Ms. Soemba werd onderscheiden met de Koninklijke Vermelding bij Dagorder. In 1950/51 verbouwd tot vliegtuigdirectieschip. Kenteken A 891. Op 1 januari 1956 uit de sterkte afgevoerd en logementsschip te Den Helder en later als logementsschip te Den Oever ten behoeve van het duikbedrijf.
JOHAN MAURITS VAN NASSAU
Vóór 1935 als Flottieljevaartuig aangemerkt. Op 13 juli 1931 bij de Koninklijke Maatschappij “De Schelde” te Vlissingen op stapel gezet en op 20 augustus 1932 te water gelaten. Afmetingen: 78,65 (o.a.) x 11,60 x 3,75 m. Waterverplaatsing: 1537 ton. Machinevermogen: 2100 IPK. 2 triple-expansie. Machines; 4 Yarrow ketels. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 15 mijl. Bewapening: 3 kanons van 15 cm, 2 mitrailleurs van 40 mm en 4 mitrailleurs van 12,7 mm. Pantser: dekken en brug 25 mm. Bemanning: 127. Het schip was speciaal gebouwd voor de dienst in West-Indië. In dienst gesteld op 5 april 1933. Op 29 juni 1933 vertrok Hr.Ms. Johan Maurits Van Nassau naar Curaçao via Paramaribo en kwam op 7 augustus daaraanvolgend te Curaçao aan. Van 18 tot 20 december 1933 werd een reis van Willemstad naar een tweetal Venezolaanse havens gemaakt. Van 5 tot 16 november 1934 maakt het schip een reis van Curaçao naar Colon. Van 17 tot 28 november 1936 werd een reis van Curaçao naar Jamaica en terug gemaakt. Van 7 tot 25 mei 1937 vertrok het schip van Curaçao via Ponta Delgada naar de Spaanse wateren voor het verrichten van kovooidiensten tijdens de burgeroorlog aldaar. Op 21 januari 1938 na een afwezigheid van vier en een half jaar, waarvan vier jaar in de West-Indische en een half jaar in de Spaanse wateren, te Nieuwediep teruggekeerd. Op 12 januari 1939 vertrok het schip van Nieuwediep naar Curaçao en liep op 8 februari daaraanvolgend aldaar binnen. Van 20 tot 25 februari 1939 maakte het schip een reis van Curaçao naar La Guayra en terug. Op 8 november 1939 van Curaçao naar Nederland vertrokken, na te zijn afgelost door Hr.Ms. Van Kinsbergen, waarna het op 29 november in Nederland aankwam. Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau bevond zich op 10 mei 1940 te Vlissingen. Het schip nam op 13 mei 1940 met succes Duitse batterijen bij Kornwerderzand onder vuur en bracht deze tot zwijgen. Op 14 mei 1940 bij het uitwijken naar Engeland op de Noordzee, op 5 mijl ten Westen van Callantsoog door een Duitse luchtaanval tot zinken gebracht. De bemanning werd voor een deel door andere naar Engeland uitwijkende schepen overgenomen, terwijl een ander deel door de reddingboot Dorus Rijkers te Den Helder werd binnengebracht.
VAN KINSBERGEN
Tot mei 1940 als Artilerie-instructieschip aangemaakt. Op 11 september 1937 bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te Rotterdam op stapel gezet en op 5 januari 1939 te water gelaten. Machines en ketels van Stork te Hengelo. Afmetingen: 100,20/103,00 x 11,60 x 3,40 m. Waterverplaatsing: 1760 ton. Machinevermogen: 17000 APK. Stork turbines. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 25.5 mijl. Bewapening: 4 kanons van 12 cm. 2 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 12,7 mm. Gedurende een onderhoudsperiode in Curaçao in 1940 werden 2 dieptebomrekken aangebracht, terwijl in 1941 te Norfolk (USA) de bewapening werd uitgebreid met 4 mitrailleurs van 20 mm, 4 dieptebommortieren en 2 Mousetraps. De mitrailleurs van 12,7 m werden verwijderd. Tevens werd een radar en sonar-installatie aangebracht. Na de 2de wereldoorlog werd de bewapening teruggebracht tot: 2 kanons van 10,5 cm, 3 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 20 mm. Bemanning: 220. Hr.Ms. Van Kinsbergen was gebouwd ter vervanging van het Artillerie-instructieschip Hr.Ms. Gelderland. In dienst gesteld op 21 augustus 1939. Op 2 oktober 1939 vertrok Hr.Ms. Van Kinsbergen met onderzeeboten Hr.Ms. O 15 en O 20 van Den Helder naar West-Indië en kwam op 31 oktober daaraanvolgend aldaar aan. Het schip bevond zich in mei 1940 te Curaçao, waar personeel van de landingsdivisie erin slaagde 8 Duitse schepen in beslag te nemen.
Hr.Ms. VAN KINSBERGEN opereerde gedurende de gehele oorlog vrijwel uitsluitend in de Caribische Zee en West-Atlantische Oceaan en bracht daarbij 4 koopvaardijschepen met 57.158 brt op, onderschepte 1 Duits schip de Rhein (6031 brt) in Straat Florida, samen met Britse kruisers en de hulpkruiser Circassia maakte het zoekslagen op de kust van Zuid Amerika tegen de Graf Spee. In 1942 maakte het een reis naar Liverpool ter aflossing van de bemanning waarvan het met een detachement van de Prinses Irene Brigade via Paramaribo terugkeerde naar de West-Indische wateren waar het als escort commander dienst deed in de convooien tussen Trinidad en Guantanamo. In 1945 keerde Hr.Ms. Van Kinsbergen terug naar Engeland. Op 31 augustus 1945 kwam het schip te Rotterdam en vertrok op 14 oktober daaraanvolgend naar Oost-Indië. In oktober 1946 in Nederland terug en werd toen voornamelijk g8bruikt als vormingsschip voor adelborsten en het schip maakte als zodanig een reis naar Oslo. Hr.Ms. Van Kinsbergen werd na de bevrijding als Kanonneerboot geclassificeerd (kenteken N 3) en later als Fregat met kenteken F 804. Op 12 februari 1952 vertrok het schip van Den Helder via Malta, Suez, Aden, Colombo en Singapore naar Sorong (Nieuw-Guinea), alwaar op 21 maart daaraanvolgend werd aangekomen. Van 4 februari tot 25 maart 1953 werd een reis gemaakt van Hollandia via Melbourne naar Sydney en terug. Van 1 maart tot 8 juli 1954 van Sorong naar Sydney, Hobart, Burnie, Willianstown, Sydney, Brisbane en 8 juli daaraanvolgend te Sorong terug. Op 20 december 1954 na te zijn afgelost door Hr.Ms. Piet Hein van Sorong via Singapore, Aden, Piraeus en Lissabon naar Nederland en aldaar op 4 februari 1955 aangekomen. Op 1 november 1955 werd Hr.Ms. Van Kinsbergen uit de sterkte afgevoerd en ingericht tot logementsschip (A 876) en als zodanig te Vlissingen gebaseerd. Later werd het ingericht voor visueel en practisch onderricht bij de Technische Opleidingen Koninklijke Marine (TOKM) te Amsterdam.
K 1
Begroting 1938. Op 3 augustus 1939 bij P. Smit Jr. te Rotterdam op stapel gezet en op 23 november 1940 te water gelaten. Afmetingen: 75,20/77,99 x 10,20 x 3,20 m. Waterverplaatsing: 1268 ton. Machinevermogen: 3500 APK. 2 enkelwerkende tweetakt 7 cylinder Smit-B & W dieselmotoren. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 18 mijl. Bewapening: 4 kanons van 12 cm in 2 dubbeltorens, 4 mitrailleurs van 40 mm en 4 mitrailleurs van 17,7 mm. Bemanning: 99. Op 14 mei 1940 was het schip te Rotterdam in aanbouw. Op last van de bezetter werd het schip voltooid en op 2 oktober 1941 bij de Duitse marine in dienst gesteld als K 1 Op 4 mei 1945 bij een geallieerde luchtaanval te Aarhus tot zinken gebracht, na reeds in de Flekkefjord (Noorwegen) door luchtaanvallen te zijn beschadigd.
K 2
Begroting 1938. In 1939 bij de werf “Gusto” te Schiedam op stapel gezet en op 28 juni 1941 te water gelaten. Afmetingen: 75,20/77,90x 10,20 x 3,20 m. Waterverplaatsing: 1268 ton. Machinevermogen: 3500 APK. 2 dieselmotoren. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 18 mijl. Bewapening: 4 kanons van 12 cm in 2 dubbeltorens, 4 mitrailleurs van 40 mm en 4 mitrailleurs van 12,7 mm. Bemanning: 99. Op 14 mei 1940 was het schip te Schiedam in aanbouw en in handen van de bezetter gevallen. Op diens last werd het schip voltooid en op 23 oktober 1942 bij de Duitse marine in dienst gesteld als K 2. Na de capitulatie van Duitsland in 1945 werd het vaartuig op de Noorse marinebasis Horten teruggevonden met zware schade aan het achterschip. Het werd naar Delfzijl gesleept en is daar in november 1945 gezonken. Op 26 juli 1946 gelicht en naar Den Helder gesleept voor onderzoek, doch het schip bleek onherstelbaar. In oktober 1947 voor sloop naar Vlaardingen verkocht.
VAN SPEYK
ex K 3
Begroting 1938. Op 23 juni 1939 bij P. Smit Jr. Te Rotterdam op stapel gezet en op 22 maart 1941 te water gelaten. Afmetingen: 75,20/77,90 x 10,20 x 3,20 m. Waterverplaatsing: 1268 ton. Machinevermogen: 2800 APK. 2 enkelw. 4-tact 6 cilinder Klöckner-Humboldt-Deutz dieselmotoren in plaats van met de B&W motoren. Voortstuwing: 2 schroeven. Snelheid: 14 mijl. Bewapening: 4 kanons van 12 cm in 2 dubbeltorens, 2 mitrailleurs van 40 mm en 2 mitrailleurs van 20 mm. Bemanning: 106, later 156. Op 14 mei 1940 bevond het schip zich nog te Rotterdam in aanbouw en in handen van de bezetter gevallen. Op diens last werd het schip voltooid en op 1 februari 1942 bij de Duitse marine in dienst gesteld als K 3. Na de capitulatie van Duitsland in 1945 werd het vaartuig op de Noorse marinebasis Horten teruggevonden; naar Den Helder gesleept en op Rijkswerf aldaar hersteld. Op 18 juni 1946 in dienst gesteld van de Koninklijke marine als Hr.Ms. Van Speyk. Kenteken N 5.
Hr.Ms. Van Speyk vertrok op 7 februari 1947 van Amsterdam naar West-Indië en keerde in november 1948 weer in Nederland terug. Het schip deed afwisselend dienst als stationsschip in West-Indië en maakt van daaruit dan verschillende reizen, waarbij diverse havens werden aangedaan. In 1953 werd Hr.Ms. Van Speyk van 2 Sulzer-motoren voorzien, welke motoren afkomstig waren van de in 1949 afgevoerde onderzeeboot O 23. De snelheid van het schip werd door deze motoren van 14 tot 17,5 mijl opgevoerd. Het schip werd toen als fregat geclassificeerd. Kenteken F 805. Van 24 tot 27 april 1953 maakt het schip een reis naar Rosyth en terug. Op 24 juni 1953 van Den Helder naar Willemstad vertrokken via Ponta Delgada en op 14 juli daaraanvolgend te Curaçao. Van 16 tot 22 januari 1954 werd een reis gemaakt van Curaçao naar Port of Spain en terug. Van 8 juni tot 6 juli 1954 van Willemstad naar Guantanamo, Port au Prince, Ciudad Trujillo en terug naar Willemstad. Van 25 augustus tot 18 september 1954 maakt het schip een reis naar Curaçao naar Paramaribo, Bridgetown, Port Castries, Paramaribo en terug naar Curaçao. Van 8 tot 23 december 1954 van Willemstad naar Cartagena, Colon en terug naar Willemstad. Op 22 januari 1955 van Willemstad naar Nederland via Port of Spain (Trinidad) en Las Palmas en op 13 februari daaraanvolgend te Den Helder. Op 26 juni 1956 van Den Helder via Ponta Delgada, San Juan naar Curaçao en aldaar 18 juli daar aan volgend aangekomen. Van 2 tot 24 augustus 1956 maakt het schip een reis van Curaçao naar Bermuda, Ponta Delgada en terug naar Curaçao. Op 29 oktober 1956 van Curaçao naar Paramaribo, Wageningen, Georgetown en op 23 november daaraanvolgend te Curaçao terug. Van 15 tot 26 juli 1957 werd een reis gemaakt van Curaçao naar Guantanamo en terug gevaren. Van 27 mei tot 19 juli 1958 maakt het schip een reis van Curaçao naar Paramaribo, Port of Spain en terug. Van 1 oktober tot 18 oktober 1958 van Curaçao naar Kingston, Guantanamo, Port au Prince, San Juan en terug. Van 1 tot 18 juni 1959 maakte het schip een reis van Curaçao naar Suriname, Trinidad en terug. Op 31 juli 1959 van Curaçao vertrokken via Bermuda naar Nederland en op 19 augustus daar aan volgend te Nieuwediep binnengekomen. In 1960 werd Hr.Ms. Van Speyk uit de sterkte afgevoerd. Op 29 augustus 1960 voor sloop verkocht aan. W. Mantel te Amsterdam-N. voor ƒ212.345,-. Bij de uitdienststelling van Hr.Ms. Van Speyk werd de naam VAN SPEYK gegeven aan logementsschip Hr.Ms. Flores (zie bladzijde 112).
N.B. Bij de begroting voor 1939 waren nog 4 kanonneerboten van het type K 1 aangevraagd, waaraan op 10 mei 1940 van 2 stuks (K 4 en K 5) aan P. Smit Jr. te Rotterdam de bouw was opgedragen, waarmee echter toen nog geen begin was gemaakt. De beide andere (K 6 en K 7) waren op 10 mei 1940 nog niet gegund. De vier kanonneerboten (K 4 t/m K 7) zijn nimmer gebouwd.